In de freinetschool gaan we ervan uit dat alles wat kinderen schrijven, door anderen gelezen wordt. Dat kunnen klasgenoten zijn, maar ook kinderen uit andere klassen of ouders.
Echt krachtig wordt het als allerlei materiaal wordt gedeeld met andere scholen. De freinetscholen vormen trouwens een hecht netwerk voor zulke zaken. Zo kunnen persoonlijke brieven, vrije teksten, tekeningen, klaskranten, maar ook projectverslagen worden uitgewisseld, bevraagd en vervolledigd. Kinderen en leerkrachten doen ideeën op over elkaars school- en leefwereld en dat voedt de praktijk. Deze werkwijze schept ook banden. Als het echt klikt, kan het zelfs resulteren in een bezoek aan de correspondentieklas of in het onthalen ervan.
Het spreekt voor zich dat internet en e-mail als hedendaagse communicatiemiddelen hier niet meer weg te denken zijn.
Corresponderen veronderstelt ‘schrijven’, maar anderzijds stimuleert het ook het lezen en worden de kinderen uitgedaagd om alles extra mooi en duidelijk te verzorgen. Bovendien worden de kinderen aangemoedigd over hun eigen situatie na te denken, een eigen mening te formuleren en om hun wereld te verruimen. De verbondenheid met anderen vergroot en wat ‘vreemd’ lijkt bij aanvang, krijgt respect en zelfs bewondering na toenadering.